Willicroft: vegan kaas die de voedselindustrie op zijn kop gaat zetten
Scale-up Willicroft maakt vegan kaas voor het grote publiek. Geen massaproductie van plantaardige plakken met nauwelijks voedingswaarde, maar ook geen peperduur alternatief op basis van traditionele productiemethoden. Willicroft zit er precies tussenin. De startup doorliep onlangs het Fastlane-programma van Invest-NL: “We hebben best veel accelerators en vergelijkbare programma’s meegemaakt, maar deze stak er echt bovenuit.”
Aan het woord is Margot Vandevoort, head of operations & finance bij Willicroft. Het bedrijf bevond zich tijdens het Fastlane-programma van Invest-NL in de cruciale fase tussen startup en scale-up. “Je bent dan klaar voor de markt, maar weet nog niet precies wat de juiste vervolgstappen zijn. Dan loop je het risico om in álles een kans te zien, waardoor je de focus verliest”, zegt ze. “Het Fastlane-programma hielp ons om de juiste prioriteiten te kiezen en ons uitsluitend daarop te focussen.”
Gebrek aan transparantie
De missie van Willicroft liegt er niet om: ons huidige voedselsysteem volledig veranderen en verduurzamen. Want dat is hard nodig, zegt Vandevoort: “Het grote probleem: de connectie tussen boer en consument is verdwenen. Er zitten soms wel tientallen schakels tussen waar je als eindklant helemaal geen weet van hebt. Zelfs partijen die onderdeel zijn van die ketens kennen ze soms niet allemaal.”
Met andere woorden: het is totaal niet duidelijk welke route ons voedsel eigenlijk aflegt. Dat gebrek aan transparantie leidt tot allerlei problemen, van milieuvervuiling tot sociale ongelijkheid en andere onethische zaken.
Plantaardige kaas voor verandering
Daarnaast willen we met z’n allen steeds meer eten én steeds meer keuzes hebben. Dat legt druk op boeren wereldwijd, die daarom steeds meer inzet op monoculturen. “Dat stelt je weliswaar in staat om één of een handjevol gewassen heel efficiënt te produceren, maar zowel de grond als complete ecosystemen gaan daardoor naar de knoppen”, aldus Vandevoort.
Willicroft wil daar verandering brengen, door zich te ontpoppen als thought leader binnen de voedselindustrie. “Vegan kaas is voor ons het middel om verandering teweeg te brengen.”
Milieu-impact van kaas
Willicroft heeft inmiddels vier plantaardige kaasproducten op de markt gebracht: een fonduekaas, een kaassaus, Italiaanse strooikaas (bijvoorbeeld voor in de pasta) en een plantaardige variant voor feta. De positieve impact die Willicroft daarmee kan maken, is enorm. Voor de productie van één kilo dierlijke kaas is bijvoorbeeld zes tot tien liter melk nodig. En voor de productie van één liter melk is weer negen vierkante meter land nodig. Een studie van de Universiteit van Oxford wees daarnaast uit dat de productie van koemelk gemiddeld drie keer zoveel broeikasgassen produceert dan plantaardige melk.
Te weinig voedingswaarde of te duur
Het is dan ook belangrijk om alternatieven voor dierlijke kaas aan te bieden, maar dat blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. Vandevoort: “Je kan de huidige alternatieven grofweg opdelen in twee categorieën. De massa-geproduceerde producten op basis van kokos- of palmolie, die over het algemeen weinig voedingswaarde hebben. En de plantaardige kazen die op zeer kleine schaal geproduceerd worden, bijvoorbeeld op basis van cashewnoten. Die zijn lekker en hebben wél veel voedingswaarde, maar ze zijn ook erg duur en moeilijk op te schalen.”
Bonen en peulvruchten
Willicroft wil precies tussen die twee uitersten zitten: geen lage voedingswaarde dus, maar wel een groot publiek bereiken door een interessante prijs en goed smaakprofiel. In een notendop: de scale-up maakt melk van bonen en peulvruchten (van witte bonen tot linzen en kikkererwten), waar het vervolgens kaas van maakt. “Toen Willicroft net bestond maakten we nog kaas van cashewnoten, maar bonen kunnen op een regeneratieve manier groeien en zijn minder klimaatintensief”, aldus Vandevoort. “Onze basis-ingrediënten hebben nu een lage voetafdruk en kunnen lokaal worden gegroeid.”
Bonen van eigen bodem
Willicroft timmert de laatste jaren hard aan de weg en dat is te merken. Het klantenbestand groeit gestaag en een nieuwe investeringsronde wordt momenteel afgerond. “Dat geld gaan we gebruiken voor marketing en opschaling, zowel in Nederland als het Verenigd Koninkrijk”, aldus Vandevoort.
Daarnaast werken Vandevoort en collega’s alweer aan een volgend ambitieus project: dit jaar worden de eerste bonen op eigen (Nederlandse) bodem geteeld. Vandevoort hoopt dat dat het begin is van een groter project: “Uiteindelijk willen we zuivelproducenten ook in staat stellen om bonen te telen, om op die manier een nieuw verdienmodel te creëren. Verandering in de zuivelindustrie is hard nodig, maar je kan de boer niet in de kou laten staan.”
Contact
Mocht jij vragen hebben over deze case, stuur een email naar [email protected].
Liz Duijves
Business Development Manager
Michiel Strijland
Business Development Manager