Skip to content

Biobased & Circulaire economie

Circulair ondernemen kent geen afval

Aanpak

Marktontwikkeling

Samen met

Groene Chemie, Nieuwe Economie

Datum

17 december 2024

Leestijd

6 minuten

Duurzame ondernemers moeten, om circulaire producten te verkopen, een officiële einde-afval-status hebben. Die laat zien dat hun recyclingproces afval omzet in veilige producten voor mens en natuur. De intentie van die regels is uitstekend, maar mede omdat wetgeving niet up-to-date is, pakt dit vaak ongunstig uit voor groene ondernemers.

Het project End-of-Waste van Invest-NL en het platform Groene Chemie, Nieuwe Economie helpt ondernemers bij het navigeren rond complexe regelgeving. Zo maken we de weg vrij voor een circulaire economie.

Fosfaat is een belangrijke bouwstof voor mensen, dieren en planten: het zit in onze botten en is belangrijk bij de energiehuishouding. Daarnaast gebruiken we fosfaat vooral voor kunstmest, wat essentieel is voor het voeden van de wereldbevolking. Iedereen krijgt fosfaat binnen via voedsel en scheidt het vervolgens ook weer uit, vertelt Marga Breeuwsma. Zij is Business Developer van SusPhos, een bedrijf dat fosfaat uit de as van verbrand zuiveringsslib van waterzuiveringsinstallaties haalt, om het te hergebruiken als grondstof voor bijvoorbeeld kunstmest.

Naast het fosfaat produceert SusPhos nog een tweede product uit zuiveringsslib-as, dat als bindmiddel zijn weg vindt binnen de cementindustrie. Het op deze manier terugwinnen van waardevolle grondstoffen uit afval wordt ook wel ‘urban mining’ genoemd. 

Hoewel er in ons land veel fosfaatafval is, halen we fosfaat grotendeels uit vervuilende en eindige mijnen. Die mijnen liggen vaak ver weg, wat leidt tot vervuilend transport en geopolitieke afhankelijkheid, zo legt Marga uit. Namens SusPhos is zij nauw betrokken bij het verkrijgen van de einde-afval-status; dat blijkt een hobbelige weg.

“Voor de kunstmestindustrie voldoet ons product aan de maatstaven van de Fertilizer Product Regulation en hebben we geen einde-afval-status nodig. Voor cement bestaat die wetgeving niet, waardoor we niets met het product kunnen. Simpel gezegd: we willen ons cementproduct wel verkopen, maar kunnen het nu nog niet. Als het een afvalproduct blijft is het niet winstgevend te maken. Het is heel terecht dat de veiligheid van consument en milieu voorop staat, daar bestaat geen enkele discussie over. Maar de stroperigheid van wetgeving zit nu groene ondernemers in de weg; en daarmee de energie- en grondstoffentransitie.” 

Als het een afvalproduct blijft is het niet winstgevend te maken.


Marga Breeuwsma

Business Developer SusPhos

Samen lobbyen

Als relatief kleine organisatie zoekt SusPhos de verbinding met initiatieven als het End-of-Waste project, om voor beweging te zorgen. “Wij zijn te klein om alleen invloed uit te oefenen op wet- en regelgeving”, gaat Marga verder. “Met dit project bundelen we onze krachten met andere ondernemers, Invest-NL en Groene Chemie, Nieuwe Economie. Zo creëren we gezamenlijk meer lobbykracht. Daarnaast is georganiseerde aandacht belangrijk voor structuur en dialoog. Het sparren bij End-of-Waste leidde tot heldere richtlijnen over wanneer iets einde-afval is.” 

Transparantie 

Arnold Stokking is als voorzitter van het platform Groene Chemie, Nieuwe Economie verbonden aan End-of-Waste. Hij legt uit dat het door Invest-NL geïnitieerde project uitgaat van drie stappen: het inventariseren van knelpunten, definiëren van oplossingen en het maken van een plan van aanpak. “Het project End-of-Waste hielp om de doelen voor onze lobbyagenda veel scherper te stellen.” 

Het project leidde ook tot concrete resultaten, vertelt Arnold. Het doorgronden van juridische regels voor ondernemers is soms een uitputtingsslag, omdat er zoveel verschillende overheden betrokken zijn bij einde-afval-issues. Dat leidt weer tot verschillen in beleid en regels, die het lastig maken om nationaal en internationaal te kunnen handelen. 

Als onderdeel van End-of-Waste kwam er een studie en -op basis daarvan- een rapport, om wetgeving en regels transparant te maken. “Daarmee hielp End-of-Waste veel ondernemers; het is namelijk ondoenlijk als iedere ondernemer afzonderlijk provinciale, nationale én Europese regels moet gaan doorgronden”, aldus Arnold.  

Verschillen in beleid en regels maken het lastig om nationaal en internationaal te kunnen handelen.


Arnold Stokking

voorzitter Groene Chemie, Nieuwe Economie

Meer zekerheid voor ondernemers 

Tijdens de sessies van het End-of-Waste-project, waar ondernemers, omgevingsdiensten, overheden en andere partijen aan deelnamen, kwamen diverse oplossingen naar voren. Zo zouden we van een ‘einde-afval-rechtsoordeel’ (zoals nu het geval is) naar een Europees model van grondstofverklaringen kunnen gaan. Arnold legt uit dat dit een systeem van nationale grondstoffenverklaringen moet worden, waarbij een Nederlandse grondstoffenverklaring ook geldt voor andere EU-landen en omgekeerd. “Het gaat niet over afval van het verleden, maar over grondstoffen voor de toekomst. Nederland zou er als Europese lidstaat voor moeten knokken dat we in Europa elkaars grondstoffenverklaringen goedkeuren.”  

Invest-NL startte het project, nam de regie en agendeerde bij de politiek dat het écht tijd is voor een oplossing. De verkregen inzichten van het project End-of-Waste zijn verwerkt in een beleidsadvies dat is gepresenteerd aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, vertelt Xandra Weinbeck, die namens Invest-NL initiator was van het project.

In het document staat onder andere het advies om bindende overeenkomsten aan te gaan met buurlanden en een advies voor de introductie van een vrijwillig certificeringssysteem. Ook staan er criteria in die verduidelijken wanneer iets einde-afval is. “In 2024 werken verschillende partijen, waaronder NVO-NCW en de Unie van Waterschappen, onze belangrijkste punten uit”, vertelt Xandra. 

Ondanks de inspanningen van het project End-of-Waste, blijven veel groene ondernemers worstelen om een einde-afval-status te krijgen, omdat wetgeving niet is gemoderniseerd. “Dit gebrek aan rechtszekerheid is al 10 jaar een probleem en het is nog steeds niet goed geregeld”, zegt Xandra. “Zo gaat de circulaire economie niet van start en helpen we innovatieve ondernemers niet.” 

Het is belangrijk dat het proces rond einde-afval-statussen transparant wordt, zodat ondernemers en investeerders vertrouwen krijgen.


Xandra Weinbeck

senior business development manager bij Invest-NL

Internationaal handel voeren 

Xandra vertelt dat het gebrek aan rechtszekerheid voor ondernemers leidt tot ‘vertraagde investeringen en klanten die meer zekerheid eisen, voordat ze zich binden aan de aanschaf van gerecyclede producten’. Xandra: “Dit beperkt de groei van bestaande bedrijven en de opkomst van nieuwe bedrijven die afval willen hergebruiken. Het is daarom belangrijk dat het proces rond einde-afval-statussen transparant en effectief wordt en belemmeringen worden weggenomen, zodat ondernemers en investeerders vertrouwen krijgen.” 

Marga van SusPhos benadrukt dat ‘alleen economische kansen de groene trein laten rijden’. “Het project End-of-Waste helpt, maar er moeten meer mensen in beweging komen voor circulariteit in Nederland.” Arnold van Groene Chemie, Nieuwe Economie vult aan: “Wij zoeken geen lokale of nationale oplossingen, maar willen dat ondernemers met zekerheid internationaal handel kunnen drijven. Bij het End-of-Waste-project smeedden we daarvoor een coalitie van partijen, die haar stinkende best blijft doen om de stem van ondernemers te laten horen.” 

Vragen over dit onderwerp? Xandra helpt je graag verder.

Xandra Weinbeck

sr. business development manager