Agrifood
Kijkje in de knelpunten - Hoe wij de tweede voedselrevolutie financierbaar maken

Aanpak
Business DevelopmentDatum
10 december 2024Leestijd
7 minutenNederland wil in 2050 circulair zijn. De weg naar de circulaire economie kent vele knelpunten, die Invest-NL helpt op te lossen. Uiteindelijk gaat het om niets minder dan een maatschappelijke transitie.

‘Nooit meer honger’. Dat was het credo na de oorlog en heeft geleid tot de ontwikkeling van de intensieve landbouw en een voedselsysteem waarin kwantiteit voorop stond. ‘Maar nu lopen we tegen de grenzen van dat systeem op’, zegt Michiel Strijland, business development manager in het team Agrifood van Invest-NL. ‘We stellen nu ook andere eisen. Bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, duurzaamheid en eerlijkheid.’
Fastlane-programma
Daarom staan we voor een voedseltransitie: de overgang naar een duurzaam systeem van landbouw en voedselproductie. ‘Dat betekent gezonder voedsel, minder CO2-uitstoot, meer biodiversiteit, een gezondere bodem en verbeteringen in dierenwelzijn’, zegt Michiel. ‘Maar waar in de energietransitie al veel vooruitgang zit, verloopt de voedseltransitie nog erg traag.’
Dat heeft vooral te maken met de opschalingsproblemen van agrifood bedrijven die actief zijn in belangrijke pijlers van de voedseltransitie: de regeneratieve landbouw en de productie van alternatieve eiwitten. De omslag naar regeneratieve landbouw kent veel uitdagingen, en innovatieve startups kunnen maar moeilijk de massa bereiken die nodig is om impact te hebben.
Mismatch
Die opschalingsproblemen hebben er vooral mee te maken dat de marktmacht in de agrifoodsector ongelijk is verdeeld. "Als het gaat om regeneratieve landbouw, heb je met name aan het begin en aan het eind van de keten grote, gevestigde partijen met veel macht’, schetst Nina Waldhauer, senior business development manager Agrifood bij Invest-NL. ‘Aan het begin heb je de zaadveredelaars en kunstmestproducenten, aan het eind de producenten van voedingsmiddelen en inkooporganisaties voor de supermarktketens. De spelers daartussen zijn veel kleiner: de boeren, zowel de conventionele landbouwers als de innovatieve pioniers."
Ook bij startups die zich richten op alternatieve eiwitten is er sprake van een mismatch tussen de grote en kleine spelers, die zich op allerlei gebieden laat voelen. Nina: "Veel van deze startups zijn ontwikkeld vanuit een universiteit, een proefveld of een lab setting. Maar als ze hun product in de supermarkt willen krijgen, moeten ze voldoen aan een minimale productieomvang, of jaarrond kunnen leveren. En dat kunnen ze niet meteen."

Marktbelemmeringen
Kern van het probleem is dat het voor agrifood ondernemingen lastig is om de interesse van investeerders te trekken of financiering via banken te krijgen. "In de regeneratieve landbouw heeft dat bijvoorbeeld te maken met de cycli waarbinnen boeren opereren", zegt Nina. "Je hebt één groeiseizoen om een nieuw voedselproduct te telen en te oogsten of een nieuwe technologie toe te passen. Als je daar iets aan wilt verbeteren of veranderen, moet je wachten tot het volgende seizoen voordat je een “tweede versie” op de markt kunt komen. Alles moet eerst groeien, letterlijk, op het land. Startups die zich bezig houden met alternatieve eiwitten kennen lange doorlooptijden en hoge ontwikkelkosten, die het moeilijk maken om investeerders aan te trekken om op te schalen."
Zo zijn er meer marktbelemmeringen. "Een grote voedselproducent kan zomaar 3 jaar over een inkoopproces van een eiwitvervanger doen’, zegt Michiel. "Daarnaast is het complex, duur en tijdrovend om een nieuw ingrediënt op de markt te zetten. Het kost al snel 5 jaar en € 1 miljoen om een nieuw voedselproduct goedgekeurd te krijgen, als het al lukt. Maar zoveel tijd heeft een startup niet."
Ligt zo’n nieuw product dan eenmaal in de schappen, dan is het concurrentievermogen van de producent vaak beperkt. Nina: "Agrifoodproducten en alternatieve eiwitten concurreren vaak alleen op prijs. Op onbewerkt voedsel als groente en fruit zit niet veel marge en het is lastig om je heel erg te onderscheiden van andere producten. Van de buitenkant is een tomaat gewoon een tomaat."

Financierbaarheid verbeteren
Invest-NL werkt op allerlei manieren aan oplossingen om dit marktfalen te doorbreken en agrifood startups te ondersteunen. Ten eerste door zelf direct te investeren; bij een investeringsbehoefte van meer dan 10 miljoen euro kan Invest-NL tot 50 procent van het benodigde kapitaal verschaffen.
Zo heeft Invest-NL onder meer geïnvesteerd in kweekvlees, een algenproducent en een insectenkweker om de eiwittransitie te stimuleren.
De business development-tak waar Nina en Michiel voor werken, helpt de markt ontwikkelen, neemt financiële knelpunten weg, trekt kapitaal aan en maakt zo innovatieve bedrijven financierbaar.
Zo fungeert Invest-NL als ‘kennispartner’ voor zowel startups als investeerders, stelt Michiel. "Zo zijn we nu bezig met mogelijkheden voor opschaling van bedrijven die uit het netwerk van Wageningen University & Research komen en zich bezig houden met proposities op het gebied van alternatieve zuivel. We hebben een raamwerk opgesteld waarmee investeerders nieuwe technologie kunnen beoordelen, om zo de drempel te verlagen te investeren in zulke bedrijven."
Naast deze activiteiten Invest-NL werkte verder bijvoorbeeld aan een ontwerpstandaard voor North Sea Farmers, dat zeewier teelt in windmolenparken. Hiermee hebben zij financiering van Amazon kunnen aantrekken en is nu de eerste offshore zeewierboerderij operationeel. Ook heeft Invest-NL het Fastlane-programma ontwikkeld. "Dit is een maatwerktraject waarbinnen bedrijven in 9 maanden met een multidisciplinair team van experts ontdekken hoe ze het beste kunnen opschalen en investeerders kunnen aantrekken. Het programma is overgedragen aan Foodvalley, en inmiddels is er al een vijfde generatie bedrijven die het heeft doorlopen."

Zeewierboerderij North Sea Farmers
Verbindende rol
Ook speelt Invest-NL een rol als coalitiebouwer. "Bij Re-Ge-NL, dat samen met de boeren werkt aan de overgang naar regeneratieve landbouw, leiden we de financiële werkgroep" zegt Nina. "We kijken hoe we de sector anders kunnen financieren en hoe we het verdienmodel van regeneratieve boeren kunnen verbeteren. Daarnaast hebben we een “scaling table” ontwikkeld over hoe je opschalen kunt financieren. Elk bedrijf heeft zijn eigen investeerdersmix nodig en daarvoor brengen we alle investeerders en het bedrijf letterlijk bij elkaar om de tafel."
Tenslotte hebben startups die hun technologie willen toetsen veel baat bij gedeelde productielocaties, pilot plants en testfaciliteiten. "Zulke “shared facilities” zijn nu vaak te duur voor deze bedrijven" zegt Michiel. "Daarbij zijn er veel regionale initiatieven die heel versnipperd worden aangeboden. Die willen we veel meer aan elkaar knopen om de samenwerking en beschikbaarheid te verbeteren."

Kansen voor Nederland
Hoewel Invest-NL zich richt op de knelpunten voor agrifood pioniers, benadrukken Nina en Michiel allebei dat deze markt voor Nederland ook enorme kansen biedt.
‘Nederland is de tweede landbouwexporteur ter wereld’, zegt Michiel. ‘Ook al heb je het dan over intensieve landbouw; het geeft wel aan dat we een enorme kennisvoorsprong en een goede infrastructuur hebben. De voedseltransitie kan het nieuwe verdienmodel voor Nederland worden. De huidige sector van alternatieve eiwitten gaat nu om een paar honderd miljoen euro, maar dit kan zomaar uitgroeien tot 10 miljard euro. Het is een enorme economische kans.’
Nina vult aan: "Dat kan heel veel nieuwe banen opleveren en een economische boost betekenen voor veel regio’s in Nederland. Uiteindelijk gaat de voedseltransitie om een paradigmawisseling in ons systeem van landbouw en voedselproductie. Dat gaat niet zonder slag of stoot."
"Voedsel is emotie" zegt Michiel. "Het is verbonden aan culturele waarden, aan nationale identiteit. Die verandering is groter dan alleen het opschalen van startups. Het gaat niet alleen meer over zoveel mogelijk voedsel produceren, maar ook over gezonde eetgewoonten, biodiversiteit, eerlijke welvaartverdeling in de keten."
Juist Nederland kan in die voedseltransitie een leidende rol spelen. "We liepen voorop in de eerste voedselrevolutie, toen “nooit meer honger” het devies voor de landbouw was", zegt Nina. "Nu gaat het om regeneratieve landbouw en alternatieve eiwitten, maar Nederland kan ook weer voorop lopen in deze tweede voedselrevolutie."
Vragen over dit onderwerp? Nina helpt je graag verder.
Nina Waldhauer
sr. business development manager
